
In gesprek met
Jan van den Broek
Hoewel er de afgelopen jaren veel geschreven is over rivier de Oude Riet en zijn geschiedenis, deed niemand dat zo uitgebreid als oud-archivaris en historicus Jan van den Broek. Wie www.vanlauwerstoteems.nl/ raadpleegt zal direct opvallen hoe diepgaand zijn reconstructie is. Van den Broek dook in de archieven, las de literatuur en fietste alle locaties af. De talrijke foto’s en kaartjes helpen de lezer zijn verhaal te volgen. Ietwat verwarrend is dat Van den Broek andere namen gebruikt: Woldstroom en Woldgeul voor respectievelijk de veenstroom die uit Trimunt en omgeving naar zee stroomde en voor de zeearm die in de middeleeuwen vanuit de Lauwerszee tot Boerakker reikte.
We spraken Van den Broek onlangs in Groningen. Hier lichten we - met zijn toestemming - er enkele zaken uit.
* de verlenging van het Wolddiep in 1385
nog te verschijnen
* de Slachte bij Den Horn
* de bedijking van de Oude Riet
Geen natte voeten meer:
een compromis in 1385
Het Dwarsdiep splitst bij Boerakker in twee delen: Wolddiep en Matsloot. In 1385 maakten de autoriteiten (proosten en dorpspastoors) afspraken over de afwatering van dit deel van het Westerkwartier. Een oorkonde bleef bewaard. Daaruit resulteerde waarschijnlijk een verlenging van het al bestaande eerste deel van het Wolddiep. Hieronder de aanhef en ondertekenaars van 1385, daarna volgt een interpretatie.
In den name Godes amen. (1385)
Allen unde een yderen christgelovigen, de dessen jegenwoordigen brieff sollen seen offte hoeren, ontbeden wy, Tydericus, provest in Hummarke, Alard, provest in Kusemer, Helmarus, Reynerus ende Allardus, der kerke Sijba(l)debuiren, Olde ende Nyekerke in den lande van Langewolt gelegen pastoren, Luppold, Bernard, Menold, Johannes en Ludolphus, der kerken Lucaswold, Noortwijk, Marum, Nuys en Nyebert in den lande van Vredewolt gelegen pastoren offte rectoren, ewige greute in den Heeren.

Bodemkaart van het Zuidelijk Westerkwartier. In groen en donkergroen de 'kleitongen'. Dit zijn restanten van de middeleeuwse Lauwerszeearm. De uiteinden zijn de Dijkweg (onder) en de Redendijk.
Links daarvan het Wolddiep.
Overstromingen
Om te begrijpen waarom het Wolddiep in de veertiende eeuw verlengd werd, moeten we ver terug in de tijd [1]. Rond 800 na Chr. waren er veel overstromingen in het Lauwerszeegebied. Veel land verdronk, vooral aan de (nu Groningse) oostkant. Zeearmen voerden bij vloed zout water diep het binnenland in. Eén zo’n zeearm maakte contact met de bedding van een veenrivier, die in Trimunt ontsprong en richting – het latere – dorpje Enumatil stroomde. We hebben het over de Oude Riet. Bij vloed drong het zoute water via deze bedding door tot Boerakker om bij eb weer terug te kabbelen.
De bodemkaart (boven) laat zien tot waar de zeearm kwam en klei afzette. Via deze zoet-zoute rivier/zeearm bereikten kolonisten vanaf pakweg de tiende eeuw het zuidelijk Westerkwartier. In de wolden van Langewold en Vredewold groeven de nieuwkomers sloten om overtollig water af te voeren.

Reliëf van Langewold. Hoe blauwer, hoe lager, in bruin het hoger gelegen gebied. 1 = de Jouwer, 2 = Zandemertil, 3 = Oxwerderzijl. De wat vage rechte groene lijn is het Wolddiep.
De pijltjes zijn moderne grondbergingen.
Bodemdaling
Er ontstonden twee problemen: snelle bodemdaling in de venige wolden; opslibbing met klei in het rivierdal. Het reliëf keerde om: wat eerst hoog lag, daalde, wat eerst laag was, slibde op. Dit proces bracht de afwatering in de problemen. Het Wolddiep (en het Hoendiep verder oostelijk) moesten uitkomst bieden vanaf het punt waar de opslibbing de problemen veroorzaakte. Het Wolddiep ligt op de grens van tot waar de vloed reikte.

Eerste fase van het Wolddiep.
Rechtsboven de Oxwerderzijl, links onder het eerste kanaalpand, dat via een sloot bovenlangs Oldekerk en Niekerk naar het noordoosten loopt. Het rode pijltje verwijst naar de zandrug bij Ooster- en Westerzand.
Het Wolddiep loopt – nog altijd - vanaf Boerakker recht naar het noorden. Het passeert Bakkerom, laat verderop Sebaldeburen links en Oldekerk rechts liggen. Het diep voert het water van de Oude Riet (of: Dwarsdiep) af. De restanten van de oude zeearm zijn nog herkenbaar als een oost-west gelegen inversierug of kleitong en ligt iets ten noorden van de Matsloot. Deze sloot verving de oude dichtgeslibde oostelijke route van de Oude Riet.
Hoe oud is het Wolddiep?
Het oudste deel stroomde - zoals we al zagen - van Boerakker tot halverwege Oosterzand en vandaar via een sloot in de laagten tussen Oosterzand en Zuidhorn naar het oosten. Wanneer dit eerste deel van het Wolddiep werd gegraven is onbekend. Oxwerderzijl was een sluis in de oudste zeedijk, de Roder. Toen de slappe bodem in dit stroomgebied inzakte, kregen de boeren last van het water. De dorpelingen kregen ruzie en het werd tijd voor een nieuwe (op)lossing. Het water uit het zuiden (Vredewold) werd een probleem in het noorden (Langewold).
Polderen, pa(p)pen en
droog houden
1385
Op 8 juni 1385 spreken twee proosten en acht pastoors op het kerkhof te Oldekerk af dat de inwoners van beide wolden samen twee (of één gezamenlijke) nieuwe watergangen zullen graven. Deze moeten overtollig water lozen op de Roder.
Er komen bovendien bruggen; verder moet Vredewold het eigen water afknijpen (reduceren) door eigen watergangen te versmallen. De oorkonde noemt de Monnikenweg / Zethuis en Marrabalcka (Balktil) als locaties voor knijpes. (kaartje onder, de knijpes bij de rondjes).

In noodgevallen moet het water bij Redendijk/Zudgalgha (de grens tussen Langewold en Vredewold en drie kerspelen) worden tegen gehouden. Let op, Zudgalgha betekent ook: ‘zuidelijke galg’ van het boerenrepubliekje Langewold. Het is een signaal aan iedereen dat recht en orde er toe doen.

Een kaart uit de zeventiende eeuw geeft aan waar de galg stond: langs het Wolddiep, ten zuidwesten van Oldekerk. Zie cirkel. Zo’n 500 meter noordelijker dan het nu bestaande fietspontje.
Minder water aanvoeren, beter afvoeren
Kortom: de afspraak van 1385 hield in: minder wateraanvoer vanuit Vredewold, betere afvoer in Langewold op basis van samenwerking.
Of alles ook verliep zoals was afgesproken?
Waarschijnlijk wordt het Wolddiep nu een eind doorgetrokken naar het noorden en daarna via het nieuw gegraven Hoerediep (afgeleid van het oud-Friese woord ‘hore’ = slijk) in oostelijke richting afgeleid. Via een zijl in de Langewolderzeedijk (of Roder) werd het geloosd op het dal van de Oude Riet ten oosten van Niezijl.
Zekerheden
Weten we dit zeker?
Nou nee, want de tekst van de overeenkomst van 1385 is alleen bekend uit een verhaspelde kopie, waaruit de belangrijkste zin is verdwenen. De tekst is daardoor complex. Er blijven allerlei onduidelijkheden bestaan. Een troost, over de aanleg van de Matsloot ... is nog minder bekend.
[1] De reconstructie van Jan van den Broek is te vinden in (vooral) deel 10 en 11 van Groningen en het Drentse water, par. 11. 1. met als titel: ‘Belangrijk maar duister’ over het Wolddiep. http://www.vanlauwerstoteems.nl/