Nieuws
Lezing door ecoloog Henk Hut op
maandag 18 november a.s.
Op maandagavond 18 november aanstaande a.s. organiseren het Platform Oude Riet en IVN Natuureducatie, afdeling Westerkwartier samen een lezing met als titel:
‘Een tijdreis door de ontwikkeling van het beekdal Oude Riet/Dwarsdiep
en omgeving’
Spreker is Henk Hut, ecoloog/hydroloog van beroep. Henk werkte bij Staatsbosbeheer en was bijna 30 jaar lid van het bestuur van Waterschap Noorderzijlvest. Hij woont in Noordwijk.
Tijdstip en locatie - De lezing begint om 20.00 uur, de zaal is open vanaf 19.30. Locatie is Dorpshuis de Vrijborg, Nieuweweg 80, 9364 PE Nuis. Eindtijd is 22.00 uur.
Toegang tot de lezing is gratis maar een vrijwillige bijdrage om de kosten te dekken wordt op prijs gesteld. Koffie en thee zijn voor eigen rekening.
Toelichting: In grote stappen gaan we door het verleden van het gebied van de Oude Riet / Dwarsdiep aan de hand van oude kaarten en reconstructies. De recentere tijd geeft meer details. Wat was het grondgebruik in deze omgeving, hoe stroomde het water? Wie kent nog de ruilverkaveling Wemerpolder? Wat is er veranderd na de jaren ’80, wat maakt het gebied bijzonder? Welke natuur is hier aanwezig en welke plannen zijn er voor de toekomst?
Achtergrond - Sinds enkele jaren vraagt het Platform Oude Riet aandacht voor het dallandschap van de Oude Riet. https://www.ouderiet.com/ Deze rivier staat lokaal ook wel bekend als Oude Diep, Dwarsdiep of Matsloot of, noordelijker, als Kommerzijlsterdiep en -riet. De Oude Riet mondt bij Lammerburen uit in het Reitdiep.
IVN Natuureducatie is een organisatie die het belang van natuur en milieu onder de aandacht van een groot publiek wil brengen. IVN doet dat door mensen via allerlei activiteiten kennis te laten maken met natuur en landschap in de eigen omgeving. Dan gaat het om cursussen, lezingen, wandelingen en activiteiten voor kinderen. IVN heeft 162 afdelingen verspreid over heel Nederland. IVN Westerkwartier is een van die afdelingen.
Met de lezing willen Platform Oude Riet en IVN Westerkwartier aandacht vragen voor het dallandschap Oude Riet/Dwarsdiep, de natuur en de verdere ontwikkeling ervan.
Het Dwarsdiep als onderdeel van de Oude Riet
Henk Hut - tijdreis door het Rietdal
Westerkwartier is een prachtig
wandelpad in de Drie Polders rijker
Tolbert 14 juli 2024
In waterbergingsgebied en natuurgebied de Drie Polders – iets ten westen van het Lettelberterdiep en ten noorden van de A7 boven Lettelbert – heeft Prolander een gave nieuwe wandelroute ontwikkeld. Op vrijdagochtend 12 juli werd deze route feestelijk geopend.
De wandelaar volgt een gevarieerde route in een weids gebied met veel oude kenmerken. Kaarsrechte zichtlijnen richting Enumatil en de Matsloot worden afgewisseld met dwars daarop liggende sloten en petgaten. Het is hier een eldorado aan flora en fauna. Leeuweriken blazen hoog van de toren, puttertjes doen zich tegoed aan de akkerdistel, terwijl vroom biddende valkjes naar prooien spieden. De veldbloemen zijn prooi voor bijen en andere insecten. Het pad is goed begaanbaar, de slootjes zijn dankzij smalle houten bruggetjes makkelijk te passeren. De wandeling is in een uur te doen.
Aan het zwerk altijd andere luchten. (verdere tekst zie drie polders tekst pdf, hieronder.
Kletsnatte opening wandelroutes
Polder de Dijken, juli ´24
Het is vrijdagmddag 12 juli, een goed gekozen zomerdag voor een feestelijke opening van een drietal nieuwe wandelroutes in het zuidelijk Westerkwartier. Heel feestelijk wil het niet worden, nat wel. ’s Ochtends houdt de zomer zich netjes aan de kalender, maar ’s middags valt de regen bij bakken uit de hemel. Waterbergingsgebied Polder de Dijken/Bakkerom - ten noordoosten van Boerakker - kan zijn bestaansrecht als spons direct bewijzen, het plonst en plenst om ons heen.
Onder leiding van Ernst Jan Cornelius van Prolander en Marieke de Boer van Staatsbosbeheer verkennen we in poncho, regenbroek, - jas en vanonder de paraplu het nieuwe wandelgebied. We, dat zijn omwonenden met wie een kleine tien jaar gesproken is over dit waterberging- en natuurontwikkelingsgebied, een aantal bij het project betrokken ambtenaren en natuurlijk een kleine afvaardiging van het Platform Oude Riet.
We beginnen bij de parkeerplaats halverwege langs de smalle Dijkweg. Tegenover de parkeerplaats is een bongerd in aanbouw te vinden. Straks kunnen passanten er oude Groningse appelrassen plukken, maar ook de Bramley Seedling en de Beurré Hardy. Het is een mooie geste van Staatsbosbeheer. Cornelius doet voor het vijftiental wandelaars nog eens uit de doeken hoe het proces van de herinrichting is verlopen. Een van de wandelaars is betrokken bij de bewonersvereniging in dit gebied. Hij beaamt dat hij dik tevreden is over de herinrichting.
We beklimmen de nieuwe uitkijktoren, die deels is gefinancierd met geld uit een subsidie die door ons Platform een paar jaar terug is binnengehaald. Het uitzicht vanaf de toren is prachtig, maar nu even niet, want de lucht is grijs van het hemelnat en de blauwborsten, lepelaars en roerdompen houden zich schuil, lijkt het. De informatieborden over natuur, waterberging en cultuurhistorie zijn fleurig en veelbelovend, maar het is te nat om ze nu te lezen.
QR codes bieden extra verhalen over Bever- en Ottervallei. Eén otter is al gezien, vertelt een omwonende, maar dan een helaas aangereden exemplaar. Overigens is het niet de bedoeling dat bevers hier aan de kades komen knagen, aldus Cornelius. In dat opzicht is de naam ‘bevervallei’ dus slechts een verwijzing naar het verleden toen het in dit dal wemelde van de bevers. Ligterink beschrijft in zijn boek 'Tussen Hunze en Lauwers' uit 1969 al de 'duidelijke sporen van een voormalig beverbestaan langs de Oude Riet', al was dat verblijf uiteindelijk maar een 'intermezzo'.
Snel verder soppen.
De ´Wodanseik´ drie maanden eerder
De uitkijktoren op een eerdere, droge dag
'Wodanseik'
Op de hoek van de Redendijk wortelt een monumentale boom in de oude kade. Voor de kade is dat onwenselijk, zegt Cornelius. Maar de boom heeft sympathisanten met gevoel voor drama: de boom kappen komt Prolander te staan op een vervloeking. De ‘Wodanseik’ – zo noemt een van de wandelaars de boom - mag niet wijken. Uiteindelijk valt het besluit de boom dan maar es een goede knipbeurt te geven, maar wel te laten staan. Wodan moet je tenslotte niet tergen, want deze oude Germaanse God kan het niet alleen laten regenen, maar ook flink laten donderen.
We lopen over de Redendijk langs een enkele omkade woning. De dijk is een restant van een zeearm die in de middeleeuwen vanaf de veel grotere Lauwerszee diep landinwaarts stroomde. De zee zette op de bodem van deze geul klei af. Degelijke geulen kregen vaak de naam ‘Riet, Rijt of Ried’. Via dergelijke rieten – hier de Oude Riet - trokken middeleeuwse kolonisten in Noord Nederland vanaf pakweg het jaar 1000 de omliggende natte veengronden in. Dat is aan verkavelingspatronen nog altijd te zien. De boeren ontwaterden de venen om hun akkers te kunnen bewerken. Gevolg was dat deze bodems meters inzakten. Klei zakt veel minder in waardoor de kleibodem van de zeearm - gek genoeg - op den duur hoger kwam te liggen dan de omringende venen. Wat hoog lag (de venen) zakte, wat laag lag (de rivier) kwam hoger te liggen. Dat heet inversie-omkering. Dat verhaal proberen we op het informatiebord in de uitkijktoren te vertellen.
Het informatiebord Cultuurhistorie in de uitkijktoren
Gutst
Vanaf de Redendijk, net voor de drukke Munnikeweg, stappen we over een hek het weiland in. Cornelius legt uit hoe ingenieus het systeem is waarmee het water via sluisjes van de ene naar de andere boezem kan worden gevoerd. Via de kades lopen we terug. Gelukkig is het opgehouden te regenen: het gutst nu naar beneden. We vormen een malle optocht van pluutjes. We stappen steeds steviger door.
Terug bij de auto’s en fietsen nodigen Waterschap, Prolander en Staatsbosbeheer uit nog eens met beter weer terug te komen.
Graag.
‘Natuurgebied Wilgepad in Boerakker
ligt er mooi bij’.
door Garmt Renkema, 5 juni 2024
De gevlekte rietorchis
De ratelaar
Op 5 juni ging ik samen met Joost Eskes van het Platform Oude Riet op de fiets naar het Wilgepad bij Boerakker. Aanleiding was de vraag of ik wat meer informatie had over dit gebied dat grenst aan het Dwarsdiep. We spraken af om in het voorjaar het gebied te gaan verkennen.
Het natuurgebied ten westen van het pad is in eigendom van de Stichting Dotterbloem. Het maakt deel uit van de destijds natte hooilanden ten zuiden van het Dwarsdiep, die voor een groot deel in eigendom zijn van Staatsbosbeheer. De genoemde Stichting is destijds opgericht door de agrarische natuurverenigingen in het Westerkwartier met als doel om landbouwgrond om te vormen in natuurgebied. Rond 2010 is dit gebied van ca. 3 hectare aangekocht en ingericht als natuurgebied. Een deel van de voedselrijke bovengrond is afgegraven. Vervolgens is maaisel (met zaden) van bloemrijke hooilanden uit gestrooid. Dat leidde binnen enkele jaren tot zichtbare resultaten.
Bloemlezing
Op verzoek van Dotterbloem heeft de Plantenwerkgroep van IVN (destijds afd. Leek-Nietap) in 2012 en 2013 de plantengroei geïnventariseerd. We kwamen op ongeveer 150 soorten uit. Om zo’n grote variatie op peil te houden is een maaibeheer absoluut noodzakelijk. Bij niet maaien krijg je opslag van bomen (vooral elzen en wilgen) en struiken en ontstaat binnen de kortste keren bos. Afgelopen jaren was maaien in het najaar door natte omstandigheden niet altijd mogelijk. Nu ligt het gebied er goed bij. We waren blij verrast met vele bloeiende planten. Een kleine bloemlezing: gevlekte rietorchis, valeriaan, moerasspirea, kale jonker (soort distel), dotterbloem, echte koekoeksbloem en waterkruiskruid. Waterkruiskruid is in tegenstelling tot Jacobs kruiskruid niet giftig voor vee.
Pachter
We hadden een leuke ontmoeting met een boer uit de Friese Wouden, die in de buurt landerijen pacht van Staatsbosbeheer. Hij was tevreden over de samenwerking met Staatsbosbeheer en met name met de ecoloog. Hij zou wel graag voor een langere periode een pachtcontract willen afsluiten. Dan kan hij beter een bedrijfsplanning maken. Het huidige contractperiode is maximaal 2 jaar. Dit lijkt ons een redelijke vraag. Wat ons daar verder nog opviel dat we geen weidevogels zagen of hoorden. Wel hoorden we in de verte een wulp roepen.
Lindeboom
We vervolgden onze fietstocht en sloegen bijna aan het eind van het Wilgepad links af op een onverharde weg (ree) naast het Dwarsdiep. Een schitterende route met aan de ene kant oever en water van het Dwarsdiep en aan de andere kant bomen en struiken met hier en daar doorkijkjes naar de hooilanden in beheer van Staatsbosbeheer. Onderweg kwamen we een oude en markante Lindeboom tegen. Op die plek stond vroeger een kroeg, waar veenarbeiders een natje en een droogje nuttigden.
Bij die gedachte kregen we ook wel trek, maar we moesten toch nog een stukje fietsen. Via de Beldam, Balktil en Hamrik (wat een prachtige namen) bereikten we weer Niebert.
Garmt Renkema
Voormalig voorzitter IVN
Eerdere berichten
Lezing door Ben Westerink druk bezocht
Op zondagmiddag 12 november 2023 gaf landschapskundige Ben Westerink een lezing in de CazemierBoerderij te Tolbert.
De lezing die werd georganiseerd door het Platform Oude Riet en de stichting Oudheidkamer Fredewalda trok een kleine honderd bezoekers. In zo'n anderhalf uur tijd bracht Westerink de ontstaansgeschiedenis van het dallandschap van de Oude Riet (d.w.z. Oude Diep, Oude Ae, Matsloot, Oude Riet en Kommerzijlsterriet/diep) voor het voetlicht. Westerink betrok daarbij de recentste inzichten van archeologen, landschapsdeskundigen en historici. Westerink is zelf een meester in het gebruik van kaartmateriaal, of het nu oude historische kaarten zijn of door hem zelf bewerkte bodem- of hoogtekaarten. Daarmee krijgt die geschiedenis een grote levendigheid en toegankelijkheid.
Op de schop
Dat verhaal staat natuurlijk niet op zichzelf. Om die reden ging Westerink ook in op de ontwikkelingen in Achtkarspelen met riviertje Oude Ried (!) en de kustgebieden van Holland, Friesland en Oost-Friesland. Rond het jaar 1000 gingen deze bijna allemaal op de schop. Grootscheepse ontginningen vanaf de oevers van de rivieren brachten nieuwe kansen in het veen. De akkers konden enige jaren achtereen veel opleveren. Maar de ontginners liepen ook grote risico's, want ontwatering leidde tot snelle bodemdaling. Her en der ontstonden grote meren, in Holland, Friesland maar ook bij ons zoals het Leekstermeer. Het gevaar werd met moeite gekeerd door de eerste dijken, die rond 1200 tot stand komen in een tijdperk van stormen en watersnoden.
De natuurlijke laagten in het Westerkwartier
Met een prachtige grafiek liet Westerink ook zien hoe de zeespiegelstijging de afgelopen decennia is toegenomen en naar verwachting de komende tijd blijft toenemen. De curve in de grafiek volgt grofweg de hockeystick van de bekende opwarmingsgrafieken.
Aan het slot van zijn boeiende en kleurrijke verhaal ging Westerink nog in op de bovenloop van de Oude Riet of Oude Diep bij Marum en Trimunt. Met behulp van bodemkaarten liet de spreker zien dat van de oorspronkelijke meanders van deze rivier vrijwel niets meer resteert. Zelfs in Marumerlage - ook al is die prachtig geworden - is de oorspronkelijke loop verdwenen.
Achtergrond
Afgelopen jaar bracht Ben Westerink een prachtig boek uit over het wierdenlandschap van Groningen. Daarin beschrijft hij tot in detail de totstandkoming van dit fraaie en op veel plekken nog gave landschap. Over dit onderwerp houdt Westerink, zelf wonend op de oude wierde te Adorp, regelmatig lezingen. Voor deze lezing bracht hij veel nieuw materiaal bij elkaar, hij had het niet 'op de plank liggen'.
De zaal van CazemierBoerderij is goed gevuld met een kleine honderd aanwezigen.
NB: Hierboven kunt u de tekst van de lezing ophalen en nog eens nalezen en kijken.
Sinds enkele jaren vraagt het Platform Oude Riet aandacht voor dit dallandschap. Deze rivier staat lokaal ook wel bekend als Oude Diep, Dwarsdiep en Matsloot of noordelijker, als Kommerzijlsterdiep en -riet. De Oude Riet mondt sinds halverwege de 18e eeuw uit bij Lammerburen in het Reitdiep, voor die tijd in de Lauwers.
Luchtfoto van de Oude Riet iets ten oosten van Niezijl.
‘Woldstroom en Woldgeul’ -
In gesprek met Jan van den Broek
over beekdallandschap de Oude Riet
Bijna vijftig jaar geleden schreef oud-archivaris en historicus Jan van den Broek zijn eerste artikelen over landschap en cultuurgeschiedenis in het Westerkwartier. In 2015 rondde van den Broek een uitgebreid onderzoek af naar rivieren, kanalen en andere vaarten in Groningen. De oud chartermeester kent de Groninger archieven op zijn duimpje, las alles wat er te lezen viel, fietste alle locaties af, zette ze op de gevoelige plaat en schreef toen zijn 'Van Eems tot Lauwers', waarvan voor deze site 'Groningen en het Drentse Water' het belangrijkste is. https://www.vanlauwerstoteems.nl/
Begin mei 2023 spraken we Jan van den Broek. Met zijn toestemming plaatsen we enkele teksten over de Oude Riet die we baseren op zijn werk. Opvallend is dat hij de Oude Riet twee nieuwe namen geeft: de Woldstroom voor het uit Friesland komende veenwater dat naar Boerakker stroomde, en Woldgeul voor de middeleeuwse in- en uitstromende Lauwerszeearm.
Al in de middeleeuwen graven de inwoners van het Westerkwartier diverse kanalen, want de Woldgeul - de oude zeearm - slibt dicht. Wolddiep, Matsloot en Hoendiep zijn er belangrijke voorbeelden van. De verlenging van het Wolddiep in 1385 staat in zijn geheel onder de knop Historie.
In pdf-vorm vindt u onderaan dat artikel bijdragen over de aanleg van een Slachte bij Den Horn en van de oudste zeedijken in Langewold.
Ouder nieuws
Nieuwsbrief
Stand van zaken rond het Platform Oude Riet
Op 22 april 2022 vond ons congres plaats in Hotel Aduard. Thema was 'De Oude Riet in het Westerkwartier - de potentie van een rivierdal. Het plezierige en productieve congres leverde veel nieuwe ideeën op. Ook was een flink aantal mensen bereid de handen uit de mouwen te steken als ambassadeur. U vindt de Nieuwsbrief onder een eigen knop ´Nieuwsbrief april 2023´.
De schaduw van de Lelylijn
Het Platform wil het beekdallandschap van de Oude Riet zichtbaar, beleefbaar en voorstelbaar maken. Geen wonder dat we de discussie over de Lelylijn met zorg volgen. We vragen ons af wat aanleg van deze spoorlijn gaat betekenen voor dit landschap. In hoeverre gaat deze lijn dit gebied ‘raken’ en treffen? Veel is nog onduidelijk (financiering, precieze tracé, een internationale of slechts nationale lijn), maar de gevolgen kunnen groot zijn. Om de discussie aan te zwengelen publiceerde Koos Vos in 2021 hierover in tijdschrift Noorderbreedte. Zijn insteek is dat ‘de Lelylijn de nekslag is voor een beschermd landschap’.
Abonnees van dit tijdschrift vinden Koos’ bijdrage op https://noorderbreedte.nl/?s=lelylijn+koos+vos&x=0&y=0.
Volledige teksten zijn op te vragen bij Koos Vos zelf via de mail (ehkvos@gmail.com )
Doodsteek voor natuur?
Hoewel de Lelylijn in de pers doorgaans positief wordt beschreven, betekent dit spoortraject in werkelijkheid de doodsteek voor de landschappen binnen het tracé. Feit is, dat de Lelylijn gepland staat door de 16 meest natuurrijke reservaten van Noord-Nederland. Het betreft namelijk de natte venen, het Sponsland van Friesland en Groningen, w.o. de Onlanden.
Als het tracé wordt doorgetrokken naar Scandinavië, de ‘gewenste’ HSL Amsterdam – Stockholm-Helsinki, komen hier nog 4 natuurreservaten, waaronder het Zuidlaardermeergebied, bij. De Lelylijn betreft overigens niet alleen het passagiersvervoer. Binnen het ProRail Programma “Hoogfrequent Spoorvervoer: Schiphol - Amsterdam - Almere – Lelystad en in de toekomst Groningen e.v. “, gaat de Lelylijn de ingebruikneming van een ‘gemengd net’ betekenen. Er verschijnen dus goederentransporten op de lijn. Volgens de jongste cijfers met 54 vrachttreinen per nacht, ieder met een lengte van 740 meter.
Dit is per kwartier een goederentrein van ¾ kilometer lang, met name ’s nachts. Hier worden dan 4 passagierstreinen per uur per richting tussen gevoegd. Dit betekent in totaal 8 HSL treinen per uur, = elke 7 minuten een sneltrein. Afslanking van dit aantal is, gezien de toename van het spoorvervoer met 10% per jaar, ondenkbaar. Dit betekent 192 personentreinen per 24 uur.
Tot slot. Nieuwe hoofdspoorlijnen moeten volledig ongelijkvloers worden aangelegd. Vanaf Lemmer tot Nieuweschans verrijzen er straks vanwege de vele wegkruisingen en de ettelijke tracéverspringingen over de A7, onvermijdelijk tientallen civiele kunstwerken hoog boven ons landschap.
De gevolgen laten zich raden.
(dit is een sterk ingekorte versie van de drie artikelen van Koos Vos op Noorderbreedte - zie hierboven)
Waterkwaliteit in het Dwarsdiep zal vanaf
pakweg 2025 sterk verbeteren´
Herman Beerda, PvdA bestuurder van
Waterschap Noorderzijlvest
De waterkwaliteit in het Dwarsdiep zal vanaf pakweg 2025 naar verwachting sterk verbeteren. Dit wordt mogelijk dankzij de dan waarschijnlijk afgeronde bouw van een nieuwe waterzuiveringsinstallatie in Gaarkeuken. Lozing van afvalwater vanuit Marum op het Dwarsdiep is dan iets van het verleden. De waterkwaliteit maakt dan zo’n sprong dat zwemmen in het Dwarsdiep weer veilig kan.
Aldus Herman Beerda, DB-lid van Waterschap Noorderzijlvest en portefeuillehouder voor de waterberging- en natuurontwikkelingsoperaties in het Zuidelijk Westerkwartier. Die verbeterde waterkwaliteit is voor natuur en diversiteit een grote opsteker.
Voor het gehele interview, dat op 17 november 2022 plaats vond, zie
‘Zwemmen in het Dwarsdiep kan straks weer veilig’ op https://www.pvdawesterkwartier.nl/.
Achtergrond
De huidige waterbergings- en herinrichtingsoperaties rond de Driepolders en Polder Dijken/Bakkerom langs het dal van de Oude Riet in het zuidelijk Westerkwartier naderen afronding. Eenzelfde herinrichting van het Dwarsdiep – de gekanaliseerde loop van deze rivier tussen Balktil en het begin van het Wolddiep – is in voorbereiding. De schop gaat vermoedelijk in 2024 de grond in. Dit is het omvangrijkste project van waterberging en natuurontwikkeling. Het zal bepalend zijn voor hoe dit gebied uiteindelijk op de kaart komt te staan. Zie ook https://www.zuidelijkwesterkwartier.nl/
We nemen hieronder een deel van het interview over.
,,Vraag: Wat betekent sluiting van de bestaande waterzuivering in Marum en bouw van de nieuwe installatie in Gaarkeuken voor de waterkwaliteit van met name het Dwarsdiep?
Herman Beerda: Veel, want zowel onze eigen zuiveringsinstallatie als die van Friesland Campina in Marum lozen al jarenlang afvalwater op het Dwarsdiep. Ze hanteren daarvoor een oude vergunning, die ze nu nooit meer zouden krijgen. In de nieuwe situatie is het zo, dus vanaf 2025, dat Campina zijn afvalwater na reiniging niet meer naar het Dwarsdiep afvoert maar naar het van Starkenborghkanaal. Het Dwarsdiep krijgt dan geen afvalwater van Campina meer te verwerken. Ik heb het vertrouwen dat de waterkwaliteit van het Dwarsdiep dan belangrijk verbetert.
´Zwemmen in Dwarsdiep straks weer veilig´
Vraag: vroeger werd er gezwommen in het Dwarsdiep, nu mag dat eigenlijk niet vanwege verontreiniging. Straks kan dat dus misschien wel? investeringen. Herman: ja, zeker. Straks is het Dwarsdiep aanzienlijk schoner. Ja, je mag dat als kop voor je artikel gebruiken, zwemmen in het Dwarsdiep kan straks weer veilig. Prachtig gebied daar trouwens!
Vraag: in het Westerkwartier komt er een nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallatie. Begin november berichtten de media dat Noorderzijlvest een conflict heeft met het bouwbedrijf over deze nieuwe zuiveringsinstallatie in Gaarkeuken die de bestaande drie (in Marum, Gaarkeuken en Zuidhorn) overbodig moet maken. Hoeveel vertraging gaat er optreden?
Vermoedelijk een half jaar vertraging. Ga toch maar uit van oplevering in 2025. Het conflict gaat over de kosten. We hadden de goedkoopste aanbieder de klus gegund maar toen bleek dat dit bedrijf het voor die prijs toch niet kon doen, vanwege de gestegen prijzen door de Oekraïne-oorlog. We kwamen er samen niet uit, waardoor we een nieuwe aanbieder zoeken. Een stuk duurder gaat het al met al wel worden.
Vraag: wat is voor jou een top drie van kwesties voor de komende jaren?
Herman: in de eerste plaats klimaataanpassing. Hoosbuien en lange perioden van droogte wisselen elkaar steeds meer af. Aanpassen doen we onder meer door waterbergingsgebieden in te richten zoals bij jullie in het Westerkwartier. Een tweede thema is de bodemdaling door gaswinning. Dat speelt sterk in een deel van ons werkgebied, daar kan de bodem zo maar een halve meter dalen, terwijl het water even hoog blijft staan. Als je niets doet, dan treedt ook verzilting op, die is er al. Ja, het klopt, ook in veenweidegebieden daalt de bodem door klink, ook wel in het Westerkwartier, zoals de Lettelberterpetten. Maar elders, in Friesland en het Groene Hart speelt dat erger, want in ons werkgebied hebben we vooral klei- en zandbodems. Derde thema is de waterkwaliteit. Kaderrichtlijn Water (KRW) is een Europese richtlijn die kwaliteitseisen stelt aan oppervlaktewater, waaraan we in 2027 moeten voldoen. Dat hebben we nog niet op orde. Die verontreiniging bestaat bijvoorbeeld uit mest, kunstmest en medicijnresten, zowel veterinair als menselijk. Mest, kunstmest is een landelijke discussie, verwijderen van medicijnresten doen we straks zelf in onze reinigingsinstallaties, maar dat vraagt veel investeringen.
Ouder nieuws
Vlnr. Koos Vos, Joost Eskes, wethouder Bert Nederveen
en Akke Kooij.
Wethouder Bert Nederveen krijgt eerste exemplaar van congresboek Oude Riet
Drie leden van het platform Oude Riet overhandigden op dinsdagmiddag 25 oktober aan wethouder Bert Nederveen het eerste exemplaar van een boek over beekdallandschap de Oude Riet. De beek - ook wel bekend als Dwarsdiep of Matsloot - loopt door zowel het zuidelijke als het noordelijke Westerkwartier.
Het boek bevat een verslag van een op 22 april jl. gehouden congres over 'de potentie' van dit rivierdallandschap. Tijdens dat congres gaf de wethouder aan zich te willen inzetten om de kansen van dit dal - waterberging, natuur, toerisme - te helpen verzilveren. Daarnaast schreef lokaal historicus Geert Hadders een historische terugblik op het ontstaan van de rivier de Oude Riet en de rol die deze
speelde bij de middeleeuwse ontginningen van het zuidelijk Westerkwartier.
In het gesprek met het Platform zei Nederveen aan zich sterk te maken voor totstandkoming van een landschapsbeleidsplan waarin je secuur kunt opschrijven wat je met het landschap wilt. In februari gaf de gemeente in de Omgevingsvisie al aan 'initiatieven om de Oude Riet beter zichtbaar, waarneembaar en beleefbaar te maken' te willen steunen.
Concreet spraken we verder over ontbrekende schakels in wandel- en fietsmogelijkheden in dit gebied, zoals de mogelijkheid vanuit Noordhorn langs de Oude Riet te wandelen; een fietstunnel onder de snelweg door langs het Lettelberterdiep. Ook het plan voor aanleg van een aantal uitkijktorens in het hele beekdal kwam ter sprake.
Nederveen gaf aan sympathiek te staan tegenover initiatieven van onderop en en te willen adviseren en waar mogelijk te faciliteren. Belangrijk voor het Platform is brede steun te krijgen van dorpsverenigingen en andere lokale partijen.
Oudere teksten
De schouders eronder, de haam om de nek
Met zo’n 65 actieve deelnemers was de Netwerkconferentie van het Platform Oude Riet op vrijdag 22 april '22 meer dan geslaagd. Onder leiding van middagvoorzitter Myra Eeken Hermans begon de bijeenkomst in Hotel Aduard met een mooi lied over de Oude Riet, dat speciaal was geschreven door Tineke Algra. Plack begeleidde de bijeenkomst muzikaal en zorgde voor een ontspannen sfeer.
Conferentie
'De Oude Riet in het Westerkwartier -
de potentie van een beekdal'
Hoogtepunt van de middag was de belofte van wethouder Bert Nederveen dat hij de schouders onder de ontwikkeling van de Oude Riet wil zetten. Nico Boele, bijna veertig jaar in dienst van Staatsbosbeheer, had een ‘haam’ meegenomen (zie foto linksboven) die hij Nederveen aan het einde van de middag om de schouders hing. Want, zo had Boele al eerder verklaard (zie hieronder), het gaat nu niet langer om het bedenken van alweer nieuwe plannen en rapporten, het gaat erom dat we bestaande plannen gaan uitvoeren. Dat Nederveen belooft zich daarvoor in te zullen spannen is een prachtig resultaat van deze geanimeerde middag waarin ook veel ruimte was voor overleg en gesprek.
Een nadere verslaglegging van deze middag volgt.
‘Alle plannen liggen er: wat we nodig hebben is daadkracht, samenwerking en regie’.
In gesprek met Nico Boele
Al zo’n veertig jaar lang is Nico Boele het herkenbare en vertrouwde gezicht van Staatsbosbeheer in het Westerkwartier. Hij heeft al heel wat op zijn ‘kerfstok’, bekent hij, als we zijpaden inslaan en praten over de inrichting en het gezamenlijke beheer van Curringherveld bij Kornhorn, de plaatsing van een zwerfstenen monument de Baak bij Lutjegast en de komst van de gebiedscooperatie in Noordhorn. Maar in dit gesprek gaat het om de verdere ontwikkeling van het dallandschap Oude Riet, dat eilandenrijk tussen de zandruggen in Vredewold en Langewold. Een grote landkaart ligt op de grond voor ons, zodat we overzicht houden op deze rivier met zijn vele namen, oude Ae, Oude Riet, Dwarsdiep en Matsloot.
Nico verwacht veel van het congres van 22 april 2022. Alle plannen en voorstellen liggen er, het schort nog aan regie, aan daadkracht en samenwerking. Nico licht zijn ideeën toe, alleen af en toe onderbroken door de haan in zijn zonovergoten tuin.
Met een blik op de kaart : ‘De Oude Riet is een beekdallandschap met een herkenbare boven-, midden- en benedenloop. Het is een zinkput, die water uit de hele omgeving opneemt. In de jaren ’50 is dit gebied door de werkverschaffing op de schop genomen met de bedoeling de landbouw hier mogelijk te maken. Maar ook na die DUW operatie (Dienst Uitvoering Werken) bleef dit ‘apenland’, waar je op vier poten van pol naar pol moet springen. Het paard zakt er weg, de koe geeft geen melk, de geit wordt gallig en een hokkeling wil er niet groeien! Een veldnaam in dit gebied luidt: ‘Bloedschijter’. Dat is omdat er veel giftige holpijp in het hooi zat waarvan de dieren ziek worden.
Marumerlage
We kregen als Staatsbosbeheer een kans hier iets te gaan doen toen de Kaderrichtlijn Water in werking trad. Europa dwong de waterschappen de waterkwaliteit te verbeteren. Wij keurden het eerste plan van de waterschappen af, omdat natuurherstel daarin ontbrak. Daarna kozen we samen voor een systeemaanpak. Hier moest een natuurlijke waterzuivering komen in combinatie met een volwaardig natuurgebied. In het ondiepe grasland moesten snoek en wind weer kuit kunnen schieten, met een vistrap in de bovenloop van de Oude Riet zouden we het gebied toegankelijker maken.
(Foto hiernaast: zicht op de kerk van Marum vanaf de Marumerlage)
We hadden er eerst alleen wat kavels in bezit, die we soms botanisch inrichtten ofwel zo vriendelijk mogelijk voor weidevogels. Maar later gingen we meer in eenheden denken, bijv. hydrologische eenheden. In dit gebied komt veel kwel omhoog, regenwater dat elders inzijgt en er dan zo’n 3000 jaar over doet om weer bovengronds te komen. Dat grondwater heeft een andere samenstelling, er zitten veel mineralen in, zoals ijzer. Dat zie je als een filmlaagje op het water in natuurgebieden, ook wel in sloten. Waar veel kwelwater is, vind je ook veel dotterbloemen en orchideeën. Als je de waterstand relatief hoog laat, dan blijft ook het veen intact, ontsnapt geen co2 en vindt geen klink plaats. Laat je dat na, dan krijg je op den duur grote problemen met bodemdaling. Verder bindt het ijzer in het grondwater de fosfaten aan de bodem.
Ooit liep het diepje min of meer waar nu de A7 ligt. De ‘Scheiding’, dus de Fries-Groningse grens, is ook een waterscheiding. Vanuit dit wat hoger gelegen gebied rond Trimunt stroomt het water via het Koningsdiep Friesland in of via Lauwers en Oude Riet naar het Noorden respectievelijk Oosten. De Oude Riet ving water op uit de veengebieden, maar de rivier werd in de loop van de jaren sterk gekanaliseerd. Je kunt dat op de kaart ook goed zien. Het water is een combinatie van veen-, regen- en grondwater. Verderop ligt nog altijd de inversierug, die begint zo bij Bakkerom, Dijkweg en Redensdijk waar nu net nieuwe dijkjes zijn aangelegd voor waterberging.
De Marumerlage is klaar (bovenloop), nu is Prolander in opdracht van Provincie en Waterschap met planvorming voor de middenloop bezig, dus het Dwarsdiep. We wilden hier meanders terug graven maar zijn nu aan het rekenen, kan dat wel? Er is zo weinig hoogteverschil dat er nauwelijks stroming is. Meanders kunnen dan snel verlanden. Dat kan eigenlijk niet want dit gebied moet het water uit veel gebieden opvangen. We moeten hier dus wel een concessie doen. We willen de kwel maximaal tillen; die is hier 3mm per dag, dat is op jaarbasis méér dan het regent in dit gebied, liefst 2x zoveel. Voor beheer is dat lastig, want je kunt het gebied nauwelijks in. Maar als dat systeem in orde is, kan je het maaien best een keer overslaan. De grondaankoop is nog niet afgerond. En daar ligt het Wolddiep – wijst op kaart -, gegraven rond 1300 om het water een uitweg naar het noorden te geven. Dat was toen nodig omdat de Oude Riet toen verlandde.
Klei en veen, zoet en zout
Als ik de kaart nu zo voor me zie, dan denk ik dat in Nederland maar weinig systemen te vinden zijn waar veenwater door een landschap stroomt dat is gevormd in het voorlaatste ijstijd en dan stuit op een inversierug van het oude kleilandschap. Ik zou niet weten waar elders zo’n systeem is van waterafvoer en -aanvoer dat op deze schaal zó divers is in kwaliteit en landschapstype. En ik vind het nog steeds een gemiste kans, dat we als werkgroep Marumerlage er onvoldoende in slaagden de gemeenteraden en burgemeesters, net voor de gemeentelijke herindeling, ervan te overtuigen dat deze rivier, dit vraagteken in het landschap, dé verbinding vormde tussen noordelijk en zuidelijk Westerkwartier. We hadden de vier burgemeesters op een vlot moeten zetten en het Westerkwartier door moeten duwen. Dat is niet opgepakt, de rivier had het logo van de nieuwe gemeente moeten zijn.
Nu is het de uitdaging voor het Platform Oude Riet - en hopelijk komt het congres een stap verder -, dat we dat hele gebied als eenheid gaan zien, en dat we in het Dwarsdiepgedeelte met dat kwelwater natuurdoelstellingen kunnen maximaliseren. Dat is de doelstelling. Voorbij Boerakker wordt al veel geboerd en is er minder mogelijk. Maar rond het Dwarsdiep zou een integraal plan moeten komen, wat is onze toekomst? We mogen niet meer zo sectoraal denken, die botsen telkens met andere plannen. Er moet meer regie komen. Hoe maken we een integraal plan waarin we alle opgaven die op ons afkomen integreren? Ik maak me ook ernstig zorgen over de kwaliteit van de houtsingels. Boeren moeten natuurlijk een boterham verdienen. Ze klagen dat ze straks niets meer mogen, maar het ligt anders: straks moeten ze veel meer! Er moet dus meer regie komen. Ik denk dat we aan de vooravond staan dat we de neuzen dezelfde kant op hebben staan, ook met de landbouw .. ook met het LTO want dat maakt zich nu ook zorgen om houtsingels en landschap, dat draagvlak is er wel. Laten we nou al die plannen in elkaar schuiven, dat kan.
red: Wie moet dat doen? Gemeente, provincie?
Dat moeten we samen doen, maar iedereen schiet vaak in categoraal denken. Veel plannen liggen er al, zijn klaar. We zijn ook regio voor natuurinclusieve landbouw, dat is de toekomst, want als de boer hier mee moet concurreren met wereldprijzen en /opbrengsten, dan is het landschap hier veel te kleinschalig. De landbouw moet natuurinclusief, daar zijn genoeg denkers voor. Collectief West is sterk subsidiegericht, maar staat ook in de stand van coöperatief meedenken. Doeners en denkers hebben we, het komt dus aan op regie. Neem de waterberging in de Drie Polders (boven de snelweg ter hoogte van Lettelbert/Leek), daar werd een geweldige organisatie opgetuigd door de waterschappen met de provincie als portefeuillehouder voor natuur. Gedeputeerde Henk Staghouwer zei, nou is het klaar, we gaan het doen, die berging van water en bevordering van natuur. Toen hebben ze een groot plan en programma gemaakt (natuurafronding en waterberging), maar eigenlijk zijn ze vergeten om integraal te denken, ze zijn recreatie vergeten. Er komt nu een klein wandelpaadje … dat wordt er in gefrommeld. Dat is jammer.
Nu komt de test bij het Dwarsdiep, we moeten het integraal doen, zelfde verhaal, regie, integraliteit, niet iedereen kan zijn zin krijgen. Alles gewogen, dan gaan we het zo doen.
Emotioneel eigendom
In het Westerkwartier moet je samenwerken. Weerstand ligt om de hoek. De afgelopen veertig jaar heb ik dat geleerd. Mensen vinden ons snel elitair. Je moet onderscheid maken tussen emotioneel en juridisch eigendom. Voor draagvlak is het nodig dat je herkent dat mensen uit de omgeving mede-eigenaren zijn, niet juridisch maar emotioneel. Daarom past de coöperatiegedachte zo goed in deze streek. Wist je dat het begrip ´Mienscheer´ - langs de A7 bij Marum en bij Lettelbert, je - verwijst naar gezamenlijk beheer van weiden waar boeren hun jongvee konden ´inscharen´? Herken het belang van omwonenden, erken het en wees regisseur met en voor anderen.
foto hiernaast - waterberging Polder de Dijken in februari '22 in gebruik
In zo’n samenwerking zit de enige toekomst van dit gebied. Mensen moeten zichzelf en hun verhaal herkennen. Ik heb in mijn loopbaan soms bewust gekozen tegen de directe belangen van Staatsbosbeheer en voor de belangen van andere belanghebbenden.
Na ons gesprek neemt Nico me even mee naar de tuin achter het huis een eindje buiten Doezum. Achterin snellen drie bruine (ijzeren) pijen langs het hek, het zijn monniken uit Trimunt. Een heideveldje illustreert hoe deze arme streek van turfstekers en anarchisten er een eeuw geleden uitzag. Een paar honderd meter verderop ligt een herdenkingssteen van de moord op vier veldwachters door IJje Wijkstra in 1929. Aan de weg staat een prachtig klein bibliotheekje waar mensen boeken kunnen meenemen of terugzetten.
De foto is gemaakt op 4/12/2019 door Erik Slot
‘Net poëzie’ - gedeputeerde Wulfse en het Westerkwartier
Provinciaal gedeputeerde Mirjam Wulfse heeft wel wat met het Westerkwartier, zo blijkt als we met haar in gesprek gaan. Ze is dan ook gebiedsgedeputeerde voor onze regio en weet nog goed waarom ze voor dit deel van de provincie koos: het landschap is er net ‘poëzie’. Wulfse prijst het Platform Oude Riet voor haar pogingen om de invulling en de beleefbaarheid van dit gebied mee vorm te geven.
We spreken haar op donderdag 17 november 2021 op haar werkkamer op het Provinciehuis. Ze draagt bewust de speld met de verbeelding van de loop van de Oude Riet tussen Trimunt en Reitdiep. Ze kocht de fibula ‘omdat ik die zo mooi vond’ bij de tentoonstelling ‘Langs de oevers van de Oude Riet’, die in 2020 in het Wierdenmuseum Ezinge te zien was.
Hoe kijkt ze aan tegen het Westerkwartier en de mogelijkheden van Rivierdal de Oude Riet? En wat kan de provincie bijdragen? Koos Vos en Joost Eskes vroegen het haar.
Geborgenheid
‘Waarom ik het Westerkwartier zo mooi vind? Ik kom zelf uit Zuid-Nederland en ben gewend in een kleiner landschap op te groeien, in het bos. Dat geeft een soort geborgenheid. Datzelfde zie ik in het Westerkwartier. Het landschap is er eigenlijk … poëzie. Dat zeg ik als gevoelsmens. Andere delen van Groningen zijn anders mooi, maar ik vind het kleinschalige van West-Groningen nu juist mooi. Wat ik ook aantrekkelijk vind, is de sterke samenwerking en saamhorigheid in het Westerkwartier en het ondernemerschap. Het vertrouwen in eigen kracht is een ander element dat ik waardeer. Misschien dat dat kleinschalige van het landschap wel doorwerkt in dat eigene van jullie gebied.
Portefeuille
Mirjam Wulfse, gedeputeerde voor de VVD in Gedeputeerde Staten heeft als portefeuille ruimtelijke ordening, vrijetijdseconomie, kunst en cultuur, digitalisering, de samenwerking in de regio Groningen Assen, gebiedsontwikkeling. Daarnaast is ze gebiedsgedeputeerde voor het Westerkwartier, ofwel contactpersoon voor het gemeentebestuur, ook op eigen verzoek.
En daarom is wat jullie van het Platform doen ook zo belangrijk, omdat je daarmee dat Westerkwartierse DNA versterkt. Dat is echt en authentiek, iets waar ik heilig in geloof. Omdat ik nog al eens verhuisd ben in mijn leven heb ik dat zelf ook ervaren. Waarom, denk ik dan, voel ik me hier ineens zo thuis? Je draagt misschien het landschap van je jeugd wel met je mee. Intussen woon ik alweer sinds 1983 in Groningen en ben dus Groninger geworden en ik wil hier ook blijven. Maar ik hecht nog altijd aan geborgenheid en warmte van een kleinschalig landschap’.
‘Bouwen’
‘Heel lang werd er weinig gedaan aan toerismebevordering in Groningen. Toch is het een kansrijke sector. Daarom is het nodig om een tandje op te schakelen. We moeten dus ‘bouwen’, want er is veel werkgelegenheid mee gemoeid. Dat is wat we als provinciebestuur doen. Werken aan het potentieel van onze provincie. Dat geldt natuurlijk ook voor het Westerkwartier. Ik ben ervan overtuigd dat het Groningse DNA interessant is voor bezoekers van elders. Dat eigene zie ik niet alleen in de fysieke ruimte in de provincie, maar ook in de ruimte voor initiatieven! Daarnaast herken ik een zekere pioniersgeest en het eigen karakter van de Groninger. Dat is belangrijk, want toeristen zijn altijd op zoek naar iets specifieks, iets dat ze elders niet aantreffen. Of dat nu in Italië is of Oost-Groningen. Je wilt graag ontdekker zijn. Iets proeven van, dit is het echte leven. Per regio ligt dat weer anders. Daar richten we ons op als provincie, op dat eigen, regionale karakter.
Overigens, grootschalig toerisme is zeker niet de bedoeling, we willen juist naar kleinschalig toerisme rond de goede thema’s, dus onderwerpen waar we bezoekers mee trekken die we graag zien komen. Dat kunnen orgels van Hinsz of Schnitger zijn, de middeleeuwse kerkjes of de oudste landschappen (Middag-Humsterland). Dat trekt diverse groepen die we graag willen ontvangen.
We hanteren daarbij drie met elkaar samenhangende doelen. Ten eerste, we zetten in op een sterkere koppeling van het toeristisch-recreatieve aanbod aan het Groningse DNA. Ten tweede, we willen toeristisch ondernemerschap bevorderen, ook in het Westerkwartier, zodat er een prachtig en divers aanbod voor bezoekers komt te liggen. Derde doel: we zetten in op groei van de werkgelegenheid in de vrijetijdseconomie. Het is heel goed dat rond het thema Oude Riet een platform is ontstaan. Het is ook belangrijk om ondernemers daarbij te betrekken.
Zij zijn verantwoordelijk voor gebiedsspecifieke arrangementen. Maak dus pakketten die interessant zijn voor specifieke doelgroepen. Zo moeten we Groningen gezamenlijk op de kaart zetten.
Onze provinciale rol is er een van de lange termijn, in aanvulling op de gemeenten. De provincie kan vooral stimuleren, zo hebben we flink geïnvesteerd in de organisatie Marketing Groningen die we nu meerjarig steunen. We hebben ze de opdracht gegeven om te bouwen aan het merk Groningen. Dat kan bijvoorbeeld door de samenwerking tussen de regio’s te versterken, want tot nu toe werken de marketingbureaus per streek nog teveel op zichzelf, net als de VVV’ s vroeger. Dat is gelukt, dat nauwer optrekken begint volgend jaar. Dat loopt onder andere via de aloude campagneslogan ‘Er gaat niets boven Groningen’, onder de vlag van 'Visit Groningen'. Er is zelfs een speciale letter: de Gronika.
Toeristen zoeken leuke bestemmingen digitaal, bijvoorbeeld via de site van Marketing Groningen. Daar creëren alle regio’s hun eigen pagina’s voor hun specifieke aanbod. https://www.visitgroningen.nl/nl Eten, drinken, slapen, logeren, landschap, cultuur en wat kan ik met mijn kinderen doen: dat zijn belangrijke criteria voor mensen. Zo moeten we dus ook het aanbod structureren’.
Beekdalen
‘Zeker willen we ook inzetten op waterrecreatie, want er liggen allerlei kansen in Groningen. We werken wel aan waterplannen, van de maren tot aan de grote vaart, dus van vaarrecreatie tot beroepsvaart. Maar aan grote plannen komen we nog niet toe, het is werk voor de langere termijn. Zoveel middelen hebben we niet om alles tegelijk te realiseren. Gemeente Westerkwartier heeft op dit punt van water mooie plannen. Voor de korte termijn is vooral het Nationale Programma Groningen (NPG) belangrijk, daarnaast is ook Toukomst van belang. Dat is door inwoners gemaakt. We hebben 900 ideeën geclusterd naar 52 deelprojecten. Daarin zitten ook veel ideeën voor beekdalen, loopjes, rijksvaarwegen, etc. Als provincie zijn we er actief bij betrokken, dat past in het NPG.
Overigens vind ik het belangrijk om integraal te werken om versnippering tegen te gaan. Combineer landschap, cultuur, toerisme, natuur en klimaatadaptatie bij ontwikkelingen. Zo´n meerjarig programma is nodig, ook uit ruimtegebrek. Voor de zone waarin de Oude Riet stroomt denk ik vooral aan het combineren van natuur, klimaat, toerisme en waterberging’.
Groot denken
‘Daarnaast ben ik van de grote lijn. Zie de tentoonstelling Sponsland, daar worden jullie vast ook blij van, ik wel in elk geval. Ik ben minder van allemaal kleine dingen, ik denk eerst groot na, de fundamenten, een grote opgave, daarna landen de kleine dingen … veel gemeentebesturen willen allerlei losstaande leuke projecten doen, maar ik denk dat dat nu niet meer kan, in deze tijd. We moeten dingen aan elkaar verbinden’.
Koos Vos, Joost Eskes
Oudere artikelen
De laagveengordel Groeningen en rechts Willem Foorthuis op het perron van het station Kropswolde
‘Zie de Oude Riet als deel van
de laagveengordel Groeningen!’
‘Ik vind dat je de Oude Riet moet zien als deel van een geheel. Bijv. van die hele laagveengordel Groeningen rond de stad, of eigenlijk van een nog veel groter voormalig veengebied dat vergelijkbare problemen en kansen heeft. Marumerlage is er een prachtig voorbeeld van. Laten we daar een IWP openen, jongeren naar toe brengen om innovatie te vergroten. Denk na over toeristische kansen, zoals lange afstandsroutes door dit gebied. Ontwikkel die met lokale ondernemers. Het zou zo mooi zijn als er wat minder geschreven werd over wat er allemaal mogelijk is en wat meer opgepakt en ondernomen. In het toerisme is er behoefte aan programma’s, waardoor jongeren naar het Westerkwartier willen komen. Stadsjongeren kennen het gebied niet, ze komen er nooit, je moet dus programmeren voor hen. Bied iets aan wat hen aantrekt! Afstandspaden van spoor naar spoor, zoals het Pieterpad. Denk aan doelgroepen en programma’s, arrangementen en laat dat uitvoeren door ondernemende types.’
In gesprek met Willem Foorthuis, lector duurzaam coöperatief ondernemen van de Hanzehogeschool
Een IWP kun je zien als bemiddelaar tussen de enorme onderwijssector in de stad Groningen en de bedrijvigheid in de Ommelanden. Willem: ‘Ik maak me zorgen om het midden- en kleinbedrijf in de provincie en om de kwaliteit van het landschap. Ik zie in de Ommelanden zo’n 65.000 kleine bedrijfjes met nauwelijks innovatief vermogen. In deze provincie draait alles om de stad. In Groningen is er juist een enorm potentieel aan vernieuwers en innovatie. Iets daarvan wil ik overdragen aan de bedrijven in de regio. Dat doen we met deze innovatiewerkplaatsen (IWP’s), waar studenten opdrachten uitvoeren voor bedrijven en samenwerken met de overheid. Jong en oud bij elkaar brengen, school en bedrijfsleven, een goede begeleiding leveren, dat samen is een prachtige en krachtige combinatie’.
Archipel
Willem is een van de initiatiefnemers van Groeningen, een archipel van plasdras gebieden rond de Stad Groningen, van Slochteren aan de oostkant, het Zuidlaardermeer aan de zuidkant, de Onlanden ten zuiden van de A7 & de Oude Riet in het Westerkwartier. Met deze veengordel gaat het niet goed, de bodem degradeert. Probleem is dat als de grondwaterstand te laag is, het veen oxideert zodat er veel CO 2 uitstoot plaats vindt. Er is een bodemerosie van ongekende omvang gaande, over honderd jaar is de bodem 1 meter gezakt.
‘Mijn kleinkinderen hebben geen toekomst in het veenweidegebied’, zegt Willem stellig. Maar je kunt hier ook water bergen, CO2 opslaan en daar bedrijfsmodellen bij ontwerpen, die ondernemers goed zaken laten doen.
‘Dat betekent dat we een andere landbouw nodig hebben. Help boeren om aan de slag te blijven, ook nu de bodem in de veenweidegebieden natter moet worden om totale verdroging te voorkomen. Denk eens na over ‘waterboerderijen’ in het plasdrasgebied, zoals in Rotterdam. Innovatiewerkplaatsen kunnen bijdragen aan vernieuwing en aanpassing. Creëer nieuwe bedrijvigheid voor ondernemers, help jongeren bedrijven op te starten.
1000 studenten
Het is nodig om anders om te gaan met de grond op basis van de draagkracht van de bodem. Het platteland is, zegt Willem, één groot grasveld geworden. Van de natuurlijke variatie is veel verdwenen. In het verleden was er een intensieve begeleiding van de boeren bij hun productieproces. Die kennisoverdracht naar de landbouwsector werd, zo vertelt Willem, rond 1975 afgeroomd, de boeren moesten het zelf maar verzinnen. ‘Met de Innovatiewerkplaatsen proberen we daar iets aan te doen. Alleen is de problematiek nu wel veel groter dan indertijd, ze betref veel meer terreinen. Via de gebiedscooperatie zetten we dus zo’n 1000 studenten in die helpen bij het innoveren’.
Joost Eskes en Koos Vos spraken op 7 maart 2022 met Willem Foorthuis
Meer informatie over Groeningen, https://groeningen.nu/)
De laagveengordel ten zuidoosten van de Stad Groningen - hier de Kropswolderbuitenpolder